Gemeenten zouden beter moeten begrijpen wat het het betekent om in armoede te leven

Jongeren die in Nederland opgroeien in armoede kunnen het heel moeilijk hebben. Een goede start maken is dan niet altijd eenvoudig. Ammar is twintig, komt uit Syrië en woont sinds zijn zeventiende In Roermond. Hij vertelt hoe hij de touwtjes aan elkaar probeert te knopen.

“Gemeenten zouden beter moeten zorgen voor jongeren die in armoede leven. Alleen dan geef je ze een toekomst en kunnen ze verder.”

“Toen ik net in Nederland kwam kreeg ik een uitkering. Ik sprak de taal niet goed, maar toch lukte het me om dit voor elkaar te krijgen. Maar er zijn veel mensen die er niet uitkomen en niet weten waar ze recht op hebben.”

“Dat zie ik om me heen, want ik heb veel contact met andere vluchtelingen uit Syrië. Veel van hen komen bij de voedselbank waar ze een pakket met spullen op kunnen halen. Werken als vluchteling is niet makkelijk. Soms mogen vluchtelingen nog niet werken omdat ze geen verblijfsvergunning hebben. En als ze de taal nog niet spreken is het sowieso lastig. Als mensen daar bij geholpen zouden worden, zou dat al een groot verschil maken. Veel mensen werken niet maar doen op die manier dus ook niet mee aan het normale leven. En met thuis zitten met een uitkering kom je niet verder. De gemeente zou meer plekken kunnen creëren waar vluchtelingen hun taalvaardigheid kunnen verbeteren.”

 

“Zelf had ik daar in het begin ook veel last van. Ik had veel problemen maar besloot dat ik sterker wilde worden en dat ik gewoon veel zelf moest gaan doen. Zo kwam ik niet in aanmerking voor de voedselbank, maar mensen die ik kende wel. Ik was pas 17 toen ik hier kwam en toen ik 18 werd kreeg ik niet veel. Tussen de 18 en 21 krijg je een relatief lage vergoeding, zo’n 500 euro per maand. Dat is genoeg als je een huur van 380 euro hebt.”

“Je kunt veel dingen krijgen van de gemeente, maar dat weet niet iedereen. Toen ik mijn uitkering stop moest zetten zou ik een kleine uitstroompremie krijgen, maar die heb ik nooit ontvangen omdat ik dat niet wist. En nu bestaat dat niet meer. Ik had ook niet echt een goede contactpersoon. Ik kon kiezen tussen werken of een opleiding volgen op MBO niveau 1. In Syrië had ik wel al een diploma, gelijk aan Havo 4 hier. Dus als ik de taal beter onder de knie zou hebben zou ik door kunnen naar het HBO. Gelukkig heb ik nu een nieuwe contactpersoon die mij echt goed helpt.”

“Om geld te verdienen werkte ik bij Nedcar. Daar was ik de jongste van de groep. Ik heb toen besloten dat ik toch weer wilde gaan studeren. Nu heb ik geen uitreiking meer, maar ik krijg studiefinanciering. Tegelijk werk ik parttime bij UPS. Het is moeilijk. Ik ben nu een maand bezig en maak lange dagen. Ik moet om 8 uur naar school en na schooltijd ga ik snel werken, dan slapen en de volgende dag begint het weer van voren af aan. En in het weekend werk ik vaak ook.”

“Speaking Minds is leuk want door mee te doen kan ik ook anderen helpen door met plannen te komen om de armoede onder jongeren op te lossen. Ook wil ik ervoor zorgen dat gemeenten beter gaan begrijpen wat het betekent voor jongeren om in armoede te leven. Ik heb zelf gezien dat het werkt als mensen je willen helpen. Dan ga je werken voor je toekomst. Je best doen. En als je geholpen wordt dan ga je zelf ook helpen om het land waarin je woont verder op te bouwen. Gemeenten moeten jongeren een kans geven en kijken naar de persoon. Ik ben trots in ieder geval trots op mezelf en bij dat ik veel zelf heb kunnen doen.”

Foto credits: Arie Kievit